Baardwijk JO11-1 delft onderspit in Waalwijkse derby.

Afgelopen zaterdag stonde de tweede bekerwedstrijd op het programma. Tegenstander was WSC JO11-1. Na de enorme afstraffing van vorige week, waren we er nu op gebrand om een beter resultaat neer te zetten. Onze tegenstander werkt de competitiewedstrijden op een hoger niveau af. Het niveauverschil was in de eerste helft niet zo heel groot. De tweede helft was een ander verhaal.

Na de bekendmaking van de tegenstanders in de poule van het bekertoernooi was het al snel duidelijk dat de volgende ronde er niet in zal zitten. Daarom benaderen we de drie bekerwedstrijden als nuttige oefenwedstrijden. Nuttig, omdat we ervaring opdoen met sterkere tegenstanders en ook omdat we kunnen experimenteren met de opstelling en spelwijze. Zo was de startopstelling verrassend te noemen, maar hebben we weer wat meer inzicht gekregen in de mogelijkheden en beperkingen die we hebben.

We begonnen in tegenstelling tot vorige week wel scherp aan de wedstrijd. Waar we vorige week na drie keer knipperen met de ogen al tegen een 3-0 achterstand aankeken, was het deze keer anders. WSC speelde verzorgd voetbal met veel druk naar voren. Wij konden in de eerste helft heel aardig mee. Vooraf hadden we afspraken gemaakt over het houden van je mannetje. Dat werd goed uitgevoerd en daardoor was het voor WSC niet eenvoudig om kansen te creëren. Vergeleken met vorige week was het een wereld van verschil. Ook wij creëerden kansen. Helaas waren we net niet scherp genoeg om ze te benutten. Na een kwartier voetballen was het verschil tussen beide ploegen slechts één doelpunt. Ook het tweede kwartier was ons spel zeer behoorlijk. Wel gaven we een doelpunt weg nadat we te slap verdedigden. Na de rust werd het minder. Voor sommige jongens lag het tempo te hoog. De handelingssnelheid is te laag waardoor ze veel balverlies leden. Ook werd er in de tweede helft minder goed verdedigd, omdat we onze man vaak lieten lopen. We gaven in het eerste kwartier na rust teveel goals weg doordat we niet resoluut genoeg ingrepen. Een duel moet je met overtuiging aangaan en niet op halve kracht. Wat wel erg positief was, was dat we probeerden te blijven voetballen. Omdat onze keeper eigenlijk geblesseerd was, was het lastig om van achteruit op te bouwen na een achterbal. Ted moest de spelhervattingen nemen, zodat we één mannetje tekort kwamen. Toch voetbalden we ons daar vaak goed uit. Er zijn maar weinig blinde ballen naar voren geschoten. Daarin zij we echt al verbeterd.

Uiteindelijk werd het toch nog een flinke nederlaag. Enigszins geflatteerd, omdat onze keeper niet helemaal fit was en ballen door liet gaan waar hij normaal gesproken wel een antwoord op heeft. Afgelopen week hebben we getraind op het houden van je mannetje, druk zetten en trappen en passen. Dat werpt zijn vruchten af en daar gaan we de komende weken mee verder. In de competitie zullen we daar alleen maar profijt van hebben. Er is nog flink wat werk aan de winkel, maar we gaan de goede kant op.